Nu wij
Nu wij ons niet verplaatsen verschuift het zwaartepunt. Het
afbakbrood stijgt stilletjes in waarde, alsof het alledaagse
plotseling minder alledaagsheid krijgt.
Nu wij ons niet verplaatsen schuilt er schoonheid in gemak,
één vogel op de hoogste tak, in kabbelende beterschap,
in dat wat al bestond.
Nu wij ons niet verplaatsen staan we stil op ons balkon, we
zingen in de lentezon en denken aan de oorlog, maar nu
voeren we hem samen.
Ivanka de Ruijter (stadsdichter Wageningen)