De merel in het tuinhuis
Elke dag ontmoeten we elkaar op ooghoogte
hij, in doodsangst zittend op breekbare eieren
ik, de adem inhoudend, trachtend mijn fiets
geluidloos uit het tuinhuis te ontvreemden.
Zo keken we elkaar van dichtbij in de ogen
waarin we zagen wat allemaal gebeuren kon
en ik wist dat hij telkens alles met de razende
snelheid van zijn hartslag afwoog en toch elke
keer weer besliste om onbeweeglijk te blijven
waar hij zo aanraakbaar, kwetsbaar zat.
Het vertrouwen van een merel: het was steeds
een prachtig begin van een dag op deze wereld.
Marc Tritsmans